Deze blog gaat over het bouwen van een eigen mountainbike, ik probeer zoveel mogelijk jullie te informeren over wat er in de wereld van het mountainbiken te koop is, daarbij er vanuit gaande dat het ook voor een echte beginner te begrijpen is.
De laatste keer heb ik gesproken over de groepen in het algemeen, in deze kop wil ik daar dieper op in gaan en de relatie leggen tussen de theorie en de praktijk.
Op het moment van schrijven, staan we er als volgt voor: Frame is gedemonteerd en bij de spuiter, voorvork is voorzien van decals en staat klaar om ingepast te worden en onze begroting laat het toe om 400 euro te besteden aan de afmontage, minus de remmen.
Op de keuze van de remmen, kom ik later terug, wanneer deze aan bod komen om op de fiets te worden gebouwd.
We concentreren ons nu op de afmontage.
Om te beginnen moeten we vaststellen wat ik met de fiets wil gaan doen wanneer deze af is, waar moet zij geschikt voor zijn.
Als tri- en duathlon sporter, gebruik je de mountain bike in de winter maanden voor de run bik run wedstrijden of voor langere mountainbike tochten.
De wedstrijden gaan meestal over een 'single trail' (dun pad, te begaan door slechts één fietser) met veel verval maar met een korte afstand, hooguit 15 km.
De tochten gaan meestal over een langer parcour en duren hooguit 2 uur, de zwaarste tochten die ik rijd zijn in Groesbeek, daarnaast rijd ik elke week in het Rozendaalse veld, boven Arnhem.
Het gebruik van de fiets valt daardoor onder de discipline XC, Cross Country.
"Cross Country (XC) Mountainbikes zijn bedoeld voor korte
wedstrijden met weinig hoogteverschil. Snelheid is belangrijker dan
comfort. De fietsen hebben een voorvering met korte veerweg (80-100mm)
en zijn licht (bij voorkeur niet meer dan 7 tot 9 kg). Dit is haalbaar
door gebruik van lichtgewicht materialen zoals aluminium, titanium en
carbon. Voor de vering wordt gebruikgemaakt van lucht. Gedempt wordt met
olie. De geometrie is gericht op trap-efficiëntie. Het zadel komt
daardoor vaak hoger uit dan het stuur. De stuurhoek valt vaak steiler
dan 70°. Het gebruik van fullsuspension komt steeds vaker voor, daar
waar gewicht ondergeschikt is aan beheersing van de fiets, vooral bij
afdalingen. Door wijziging van de geometrie en constructieve maatregelen
is men erin geslaagd het deinen van de vering te vermijden, zodat dit
geen effect meer heeft op het rendement"
(bron: Wikipedia)
|
XC wedstrijd: Noordwijk Beachduathlon |
Nu we weten waar we de fiets voor gaan gebruiken, moeten we gaan kijken welk type groep hier het beste bij past, anders dan in de algemene beschrijving van de groepen, ga ik nu wel 'cross reference' te werk, ik houd nu rekening met de prijs-kwaliteit verhouding en het gebruik tov het rendement.
We hebben de keuze uit twee fabrikanten, SRAM of Shimano.
SRAM heeft mijn voorkeur, maar nieuwe SRAM spullen zijn duurder dan nieuwe Shimano onderdelen, ik zou nog op marktplaats kunnen kijken maar dat zou plan B zijn.
Omdat er van origine Shimano spullen op mijn fiets zaten en omdat mijn LBS voornamelijk (veel) Shimano spullen verkoopt (je moet de fiets ook onderhouden) heb ik voor het gemak gekozen voor Shimano.
Dan komt de keuze voor het type SLX, XT of XTR, de overige groepen zijn, gezien het toekomstige gebruik van de fiets, niet geschikt.
XTR is het high end segment van Shimano, feitelijk valt deze keuze af, ten eerste is het voor mij te duur, ten opzichte van het gebruik en ten tweede; XTR is bedoeld voor de professionele rijders, die hun fiets in landen als Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland aan de zwaarste beproevingen blootstellen.
Valt het Roosendaalse veld daaronder? nope...
Alleen voor mijn 'imitsj' zou ik er dan XTR op gaan leggen... NÓT!
Dan houden we de keuze tussen XT en SLX en dat is op zich een interessante discussie.
Vroeger had Shimano tussen de basisgroep (deore) en XT de versie LX.
LX is recentelijk vervangen door SLX (2009), de LX groep bestaat nog wel en wordt door Shimano op de trekking bikes gemonteerd.
Het verschil tussen LX en XT was indertijd aanzienlijk, de duurzaamheid, het gebruik, het gewicht, ja, in alles was XT beduidend de betere groep en LX het (veel) kleinere broertje van XT.
Met de komst van SLX heeft Shimano eigenlijk niet een mindere groep gemaakt dan XT, maar een gelijkwaardige.
Waar het verschil tussen XT en XTR beduidend aanwezig is, is het verschil tussn SLX en XT in zowel werking, techniek, duurzaamheid en gebruik eigenlijk te verwaarlozen.
Naast een stukje uiterlijk verschil en gewicht (34 gram in het voordeel van XT) is er één groot verschil wat mogelijk alle twijfel weg kan nemen... de prijs.
SLX is significant veel goedkoper dan XT, dit gaat niet over tientallen euro's maar over honderden euro's.
Wanneer je meer wilt verdiepen in dit onderwerp verwijs ik je graag naar:
www.bikeandtrekking.nl/images/47/661.pdf
Wat betreft mijn Buitieng Blast, wanneer het zou gaan om de aanschaf van een spiksplinter nieuwe groep, heb ik gekozen voor SLX, met name vanwege de prijs en de duurzaamheid.
Uit de praktijk blijkt dat SLX duurzamer is dan XT.
Doordat de SLX onderdelen wat zwaarder en robuuster zijn uitgevoerd is de ervaring in het veld dat ze meer kunnen opvangen aan stoten en krachten, ideaal voor een mountainbike dus.
Omdat ik geen remmen (Magura), ketting (KMC) en shifters (XTR) wil van SLX, zal ik gaan investeren in:
- Crankstel.
- Voorderailleur.
- Achterderailleur.
- Casette.
|
SLX Groep |